Laat ieder 's HEEREN goedheid loven;
Want goed is d' Oppermajesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid.
Laat Isrel nu Gods goedheid loven,
en zeggen: "Roemt Gods majesteit;
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!"